van:  www.meertens.knaw.nl/bedevaart

Sint Christoffel - Elsendorp

Periode: 1936 - heden
Locatie: Parochiekerk van St. Jan Evangelist
Adres: St. Christoffelplein 1, 5424 TH Elsendorp
Gemeente: Gemert-Bakel
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
  In Elsendorp, een ontginningsdorp in de Peel, startte rector A. Büsscher in 1936 een broederschap voor veilig verkeer onder bescherming van de H. Christoffel. De opbrengst was bestemd voor een nieuw kerkgebouw, dat er in 1959 kwam. Tot op heden worden in Elsendorp voertuig-zegeningen gehouden. In de periode 1955-1970 was de bedevaartplaats zeer populair. Onder de nieuwe naam 'Apostolaat van de weg' kreeg de broederschap in de jaren zestig landelijke bekendheid en werd ze ook toegankelijk voor niet-katholieken.
Auteur: Ottie Thiers
Cultusobject: - Volgens de legende hielp Christoffel (Christophoros: letterlijk Christusdrager) pelgrims een rivier over te steken. Op zeker moment droeg hij op zijn schouder een kleine jongen over het water. Het kind werd steeds zwaarder zodat Christoffel nauwelijks verder kon lopen. Toen hij de jongen aan de overkant van de rivier weer op de grond neerzette, bleek hij het Jezuskind te hebben overgedragen. Christoffel is de patroon van de reizigers. Zijn feestdag valt op 25 juli (sinds 1969 op 24 juli). Christoffels historiciteit werd al in de late middeleeuwen betwist.
- De parochie bezit drie relieken van de heilige, zonder certificaten.
- Van 1936 tot 1960 stond in het noodkerkje een beeld van H. Christoffel, voorgesteld als een lopende reus, gehuld in een kort kleed met mantel, een staf in de rechterhand en het Christuskind op de linkerschouder. Op de muur achter het beeld stond de tekst 'H. Christoffel bid voor ons / H. Christoffel bescherm ons op al onze wegen'. Het is niet bekend wat er met dit beeld gebeurd is.
- Het huidige beeld van Christoffel in de devotiekapel is in 1960 gemaakt door Gerard Bruning uit Cuijk. Een forsgebouwde Christoffel met lange baard en staf draagt het kind Jezus op de linkerschouder. Het gipsen beeld is 1,04 meter hoog en bruin geschilderd.
Verering: - De priesters van het Heilig Hart van Jezus uit Liesbosch (Breda) verzorgden vanaf 1926 de kerkelijke bediening in Elsendorp. De eerste rector slaagde er in de crisisjaren niet in geld voor een nieuw, permanent kerkgebouw bijeen te krijgen. Zijn opvolger pater A. Büsscher (1936-1951) legde hiervoor de basis. In zijn vorige functie als kapelaan in Maastricht was hij tevens geestelijk adviseur van de Handelsreizigers-vereniging St. Christoffel. Vanuit deze achtergrond viel hem op dat het eerste graf op het nieuwe kerkhof in 1930 gedolven was voor een jong meisje, dat op het kruispunt verongelukt was. Hij besloot van Elsendorp een St. Christoffelbedevaartplaats te maken.
- Op 26 januari 1936 verrichtte pater Büsscher de zegening van het St. Christoffelbeeld in wat hij noemde 'de eerste autokerk voor veilig verkeer in Nederland'. Aansluitend werd de eerste file auto's en motoren gezegend. De bijdragen van de bedevaartgangers waren bestemd voor de vervanging van de houten noodkerk in het dorp, waarin de parochianen op hun beurt elke zondag tijdens de hoogmis en het lof het Christoffellied zongen en baden voor veilig verkeer. Iedere eerste zondag van de maand was er gelegenheid tot zegening van motorrijtuigen en -rijwielen en 's zaterdags was er een apart biechtuur voor automobilisten. Het feest van de heilige werd jaarlijks gevierd op 25 juli met octaaf. De gehele week kon men zijn voertuig laten zegenen en na alle missen was er gelegenheid tot reliekverering. Hoogtepunt van de week was de octaafzondag met een sacramentsprocessie en, in 1938 voor het eerst, een sterrit voor auto's en motoren (een rit waarbij de deelnemers vanuit verschillende startpunten in een centraal gelegen eindpunt samen moeten komen en waarbij een bepaalde gemiddelde snelheid in acht genomen moet worden).
- Op 5 april 1936 werd in de rectoraatskerk te Elsendorp de Broederschap voor Veilig Verkeer 'St. Christoffel' opgericht, aangesloten bij de aartsbroederschap te St. Christophe-le-Jajolet in Frankrijk. Doel van de broederschap was onder bescherming van St. Christoffel te ijveren voor veilig verkeer en zijn voorspraak in te roepen voor allen die aan de gevaren ervan zijn blootgesteld. Daarnaast wilde de broederschap de devotie tot St. Christoffel opwekken en verspreiden, vooral onder katholieke automobilisten. Onder bepaalde voorwaarden vielen er verschillende volle en gedeeltelijke aflaten te verdienen. De leden werd aangeraden hun voertuigen te laten zegenen, een plaquette van de heilige aan te brengen, dagelijks een St. Christoffelschietgebedje te bidden en eens per maand een daartoe bestemd gebed godvruchtig te verrichten.
- Het initiatief van pater Büsscher sloeg aan. In de Tweede Wereldoorlog daalde het aantal broederschapsleden echter alweer, ondanks de bescherming die een aantal leden van Christoffel meende te hebben gekregen tijdens bombardementen of tijdens het reizen in treinen die onderweg beschoten werden. Het verkeer lag vrijwel stil, de sterritten konden niet gehouden worden en de plaquettes en medailles raakten op. Onmiddellijk na de oorlog stroomden de leden echter weer toe: hun aantal steeg van 500 in 1944 tot 3000 in 1951, toen rector Büsscher met emeritaat ging.
- Pater L. Henneveld (1951-1956) bedacht een nieuwe aanpak, die het apostolisch effect moest vergroten. Hij schafte het lidmaatschap voor het leven af en verhoogde de jaarlijkse contributie tot f2,50. Daarvoor ontvingen de leden ook een tijdschrift. Men hoopte zo het rijgedrag meer te kunnen beïnvloeden en een grotere binding met de leden te krijgen, die bovendien een rijveiligbelofte moesten uitspreken. Het publiek waardeerde de verandering; in vijf jaar tijd verdubbelde het ledental. De Christoffeldagen werden zo druk bezocht dat veel missen en het lof ter ere van de 'hemelse verkeersagent' buiten gevierd moesten worden. Het zegenen van tractoren, vrachtwagens, personenwagens, motoren en bromfietsen vergde een uitgebreide organisatie. De sacramentsprocessie stond omstreeks 1956 voor het laatst op het programma.
- Hennevelds opvolger pater J. Scholte (1956-1972) zette het werk in dezelfde lijn voort. In 1960 kon hij als pastoor van een zelfstandige parochie eindelijk het nieuwe kerkgebouw in gebruik nemen. In 1961 vierde de broederschap haar zilveren jubileum in aanwezigheid van W. Bekkers, bisschop van 's-Hertogenbosch. Kort daarop werd besloten tot een grootscheepse modernisering. De broederschap werd omgedoopt in 'Apostolaat van de weg' en zocht, onder begeleiding van een PR-bureau, actiever de publiciteit. Het tijdschrift voor leden werd een propagandakrant met een veel grotere oplage. Na een grootscheepse propagandacampagne kreeg het Apostolaat landelijke bekendheid en vanuit België en Duitsland kwamen verzoeken om ook daar afdelingen op te richten. In de daaropvolgende jaren groeide het ledental tot 15 à 20.000, afkomstig uit het hele land, waaronder hele parochie-gemeenschappen die als afdeling toetraden. In plaatsen als Velden, Nootdorp, Doorwerth, Rotterdam, Nijmegen, Kudelstaart, Maastricht, Assen, Emmen, Oss en Ilpendam werden voortaan ook auto's gezegend, terwijl de toestroom in Elsendorp tijdens de Christoffeldagen nauwelijks te verwerken was.
- De verontrusting over het toenemend aantal verkeersslachtoffers was uiteraard geen exclusief katholieke zaak. Er ontstonden dan ook contacten en samenwerkingsverbanden met niet-kerkelijke organisaties als het Verbond voor Veilig Verkeer en de Gemeentepolitie Arnhem. Bovendien toonden andersdenkenden belangstelling, waaronder enkele dominees en VPRO-t.v.-presentator dr. van Swol. Het Apostolaat trad zo, min of meer tot eigen verrassing en schrik, buiten de vertrouwde zuil.
- De broederschap gaf het tijdschrift Christofoor uit, dat vanaf 1962 werd voortgezet onder de naam Apostolaat van de weg. Het was een soort Kampioen voor katholieken, maar dan zonder ingezonden brieven van boze verkeersdeelnemers. De hoofdboodschap was immers 'naasten-liefde in het verkeer'. Binnen dat kader vielen uiteenlopende onderwerpen als verkeerspsychologie, St. Christoffel, een nieuw verlichtings-controleapparaat, verkeersregels in de omringende landen, 'Ik heb een kind gedood', de jaarlijkse Christoffeldagen in Elsendorp, een toeristische autorit ten bate van de nieuwe kerk, kinderen en ouderen in het verkeer, voorrangsregels voor tractoren en parkeerproblemen in Vaticaanstad. In de advertenties werden autoaccessoires, schoenen of Christoffeldevotionalia aangeprezen. Op den duur was het prediken van naastenliefde niet altijd vol te houden; in een artikel over 'bromnozems en patatnimfen' uit 1965 zoekt men dit thema tevergeefs.
- In 1969 besloot het Vaticaan de heiligenkalender te herzien, waardoor de status van de Christoffelfeestdag veranderde. Hoewel de plaatselijke viering erkend bleef, verloor het Apostolaat veel leden. In de jaren zeventig daalde het ledental tot het niveau van 1950, ongeveer 3000. In 1997 waren er nog ruim 2000 over. De contributie werd afgeschaft en het tijdschrift verdween. De leden komen nog steeds uit het hele land. Zij ontvangen tweemaal per jaar een contactbrief en kunnen een vrijwillige bijdrage geven. De voertuigzegeningen zijn minder frequent en minder druk geworden: sinds het begin van de jaren tachtig komen er jaarlijks tijdens de twee Christoffelweekends in juli - wegens de vakantie verplaatst naar juni - circa 1000 auto's naar Elsendorp, voornamelijk personenwagens. Tussendoor worden nog steeds auto's gezegend op verzoek.
- Pastoor J. van de Nieuwenhof verrichtte in 1997 de zegeningen met een knipoog en een boodschap. Het portierraampje moet open, zo vindt hij, want 'het gaat om de mens, niet om het blik'.
 
Bronnen: klik op de link:  http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/206
  terug